Railinfra

ELASTISCHE RAILBEVESTIGINGEN

Wanneer treinen passeren, veroorzaken ze schokken en contactgeluid veroorzaakt door de verplaatste lading, ruwe oppervlakken van wielen en rails en plaatselijke veranderingen in de stabiliteit van het baanvak. In zulke gevallen wordt er onderscheid gemaakt tussen hoogfrequente impact door interactie van de voertuigen en het railsysteem (onvolkomenheden van wielen, groeven, onjuiste railpositie, golving van rails e.d.) en laagfrequente impact door belastingen van wielstellen, rijsnelheid en afstanden tussen assen, draaistellen en wagons. De bovenbouw wordt door deze effecten zwaar belast. Door de toepassing van hoogelastische materialen, zoals microcellulair EPDM, in een trillingstechnisch geoptimaliseerde bovenbouw, kan de overdracht van schokken in de onderconstructie efficiënt en duurzaam worden verminderd.
 
Door gebruik van elastische tussenlagen en -platen in speciale railbevestigingssystemen wordt de belastingsoverdragende werking van de rails benut. De door de wielbelasting opgewekte krachten worden over diverse ondersteuningspunten verspreid, zodat de belasting op het direct belaste ondersteuningspunt aanzienlijk wordt verminderd.
 
Geluid wordt ook opgewekt door factoren zoals wrijvingsweerstand, ongelijke oppervlakken, groeven en golvingen van rails en door trillingen door passerende treinen. Als spoorvoertuigen en de sporen in goede staat verkeren, wordt het geluid tot een minimum beperkt. Hoogfrequente trillingen die via de rail en de dwarsligger op het ballastbed worden overgedragen, worden door het gebruik van elastische tussenlagen verminderd. Bovendien wordt hiermee schade aan het ballastbed voorkomen.
 
De benodigde elasticiteit van ballastloos spoor wordt voornamelijk door hoogelastische opgeschuimde EPDM-tussenplaten verzorgd. Zo wordt voor langere tijd een probleemloos gebruik van het spoor verzekerd.